Inleiding
De bruikbaarheid en diagnostische waarde van de Nederlandstalige versie van de GDS-15 (Geriatric Depression Scale) om ouderen op depressie te screenen in de huisartspraktijk is uitgebreid onderzocht. 1 Gebruik van de GDS-15 zou de herkenning door de huisarts kunnen verbeteren.
Het proces van (h)erkenning van depressie is bij ouderen in het algemeen en bij oudere allochtone patiënten in het bijzonder vaak lastiger dan bij autochtone jongere volwassenen. Dit komt onder meer door verschillen in de presentatie en een sterkere nadruk op somatische klachten. Schriftelijk onderzoek kan de herkenning verbeteren 2 . Hiervoor is een goede respons onontbeerlijk. Er is echter weinig bekend over de respons van Turkse en Marokkaanse ouderen op schriftelijke vragenlijsten naar stemming zoals de GDS15. In een gezondheidsonderzoek bij Amsterdamse oudere migranten, bleken zowel Turkse als Marokkaanse ouderen een goede respons (60%) te vertonen op een thuisinterview. 3 In nevenstaand kader staat een korte historische beschrijving over deze migrantengroepen en hun migratiemotieven.
Onderzoeksvragen
- Wat is de respons van Turkse en Marokkaanse oudere huisartspatiënten op de schriftelijke Nederlandstalige depressievragenlijst GDS-15 in vergelijking met de autochtone ouderen?
- Wat zijn de redenen voor non-respons?
Methode
Patiënten en design
De respondenten waren afkomstig uit twaalf verschillende huisartspraktijken in Amstelveen, Amsterdam, Heiloo, Hoorn en Uithoorn. Hier zijn bezoekende patiënten van 55 jaar en ouder schriftelijk aangeschreven met behulp van de GDS-15 depressievragenlijst. De GDS-15 werd ontwikkeld om depressieve symptomen bij ouderen te detecteren. 4 De vragenlijst omvat 15-items die met ja en nee beantwoord kunnen worden. Er wordt gevraagd naar het voorkomen van depressieve symptomen in de afgelopen maand. De etniciteit van de Turkse en Marokkaanse ouderen werd bepaald door classificatie op achternaam. Deze classificatie werd gecontroleerd door Turkse en Marokkaanse collega’s. Dit is een valide methode gebleken. 5 Initiële non-responders werden na drie weken voor de tweede keer schriftelijk benaderd. De overige patiënten bestonden voornamelijk uit autochtonen. Zij werden als één groep beschouwd. In een random steekproef met 200 ‘autochtone’ personen bleken 198 typisch Nederlandse namen voor te komen. Er kwam één Chinese en één Spaanse naam voor.
Telefoongesprek en huisbezoek
Om antwoord op de vraag “ Wat is de reden voor non-respons op de Nederlandstalige depressievragenlijst GDS-15?” te krijgen, werden Turkse en Marokkaanse non-responders telefonisch en thuis benaderd. De telefoonnummers en adressen werden verkregen via de huisarts. De medisch ethische commissie van het VUmc gaf toestemming voor de studie waarbinnen dit project plaatsvond.
Analyse
De verschillen in respons en geslacht werden getoetst met de chi-quadraattoets. Verschillen in leeftijd met de T-toets.
Resultaten
Respons
Er bleek een groot verschil in responspercentage tussen de Turkse en Marokkaanse ouderen enerzijds en Nederlandse ouderen anderzijds. In totaal zijn er 6216 ouderen na huisartsbezoek benaderd met behulp van de Nederlandstalige GDS-15. Hieronder bevonden zich 39 Turkse en 117 Marokkaanse ouderen. De responspercentages van de Turkse (31%) en Marokkaanse (31,6 %) respondenten verschilden significant met die van de Nederlandse respondenten (61.7%, p< 0.05, chi-quadraattest). Bij de eerste schriftelijke benadering was er een groot verschil in respons tussen de allochtone (12,8 %) en autochtone groep (49.2%) (zie tabel 1). Het verschil tussen de Turkse en Marokkaanse respondenten was echter niet zo groot. De tweede benadering sorteerde bij Turkse en Marokkaanse patiënten verhoudingsgewijs meer effect dan bij de Nederlandse patiënten.
Tabel 1 Responspercentages en de gemiddelde GDS scores van de Turkse, Marokkaanse en Nederlandse respondenten op de Nederlandstalige GDS-15. [Response and mean GDS score of Turkish, Moroccan and Dutch responders on the Dutch version of the GDS-15]
Etniciteit | n | 1e GDS N (%) | 2e GDS N (%) | Totaal N(%) | Score GDS (sd) |
---|---|---|---|---|---|
Turks | 39 | 6 (15) | 6 (15) | 12 (31)* | 6.07 (5) |
Marokkaans | 117 | 14 (12,0) | 23 (19,7) | 37 (31,6)* | 6.03 (4) |
Nederlands | 6060 | 2982 (49,2) | 755 (12,5) | 3737 (61,7) | 2.57 (3) |
*p<0.05 Verschil tussen Turken en Marokkanen met Nederlanders
In tabel 2 is de relatie van etniciteit met leeftijd en geslacht weergegeven. De gemiddelde leeftijd tussen de allochtone en autochtone ouderen bleek significant lager (p<0.05 chi-kwadraattoets). Daarentegen bleek de gemiddelde leeftijd tussen man en vrouw binnen alle groepen niet significant te verschillen.
Tabel 2 Leeftijd van respondenten naar etniciteit en geslacht.[Age of respondents in relation to ethnicity and gender]
Etniciteit | Vrouwen
M(SD) N |
Mannen
M(SD) N |
Totaal
M(SD) N |
---|---|---|---|
Turks | 62.1(7.0) 7 | 62.3(4.8) 5 | 62.2(6.4) 12* |
Marokkaans | 62.9(5.1) 15 | 63.1(5.3) 22 | 63.0(5.2) 37* |
Nederlands | 73.2(9.4) 2211 | 73.6(8.9) 1526 | 73.4(9.2) 3737 |
*p<0.05 Verschil Turken en Marokkanen met Nederlanders
Non-respons redenen
Om de reden van non-respons te onderzoeken werden 130 personen benaderd, vijftien Turken, vijftien Marokkanen en 100 Nederlanders. Deze respondenten werden telefonisch (n=110) of via huisbezoek (n=20) benaderd. Van de Turkse non-responders zijn er vijf telefoonnummers getraceerd. Zij zijn telefonisch benaderd. Van de overige Turkse non-responders zijn er tien random huisbezoeken verricht. Dezelfde methode is toegepast bij de Marokkaanse non-responders. In Tabel 3 zijn de redenen voor non-respons weergegeven voor de Turkse, Marokkaanse en Nederlandse non-responders. De belangrijkste non-respons reden voor de Turkse ouderen was het tijdelijk elders verblijven (Turkije) (60%). Bij de Marokkaanse ouderen bleek analfabetisme de belangrijkste reden (67%). De meerderheid van de Nederlandse non-responders gaf als reden aan geen tijd te hebben (81%).
Tabel 3 Non-respons redenen van de Turkse, Marokkaanse en Nederlandse ouderen. [Reasons of non-response of Turkish, Moroccan and Dutch elderly]
Turks
n (%) |
Marokkaans
n (%) |
Nederlands
n (%) |
|
---|---|---|---|
Totaal N | 15 | 15 | 100 |
Geen tijd | 3 (20) | 3 (20) | 81 (81) |
Niet aanwezig | 2 (13) | – | – |
Analfabeet | – | 10 (67) | – |
Tijdelijk andere verblijfplaats | 9 (60) | – | – |
Verhuisd | 1 (7) | 2 (13) | – |
Negatieve ervaring met onderwerp | – | – | 1 (1) |
Psychische problemen | – | – | 6 (6) |
Lichamelijke problemen | – | – | 2 (2) |
Overig | – | – | 10 (10) |
Discussie
Een schriftelijk onderzoek op depressie in de huisartspraktijk zou volgens de literatuur de herkenning kunnen verbeteren, maar daarvoor is een goede respons van belang. De respons was aanzienlijk lager onder Turkse en Marokkaanse oudere huisartsbezoekers dan bij autochtone ouderen. Dit betekent dat de bruikbaarheid van deze strategie vooralsnog beperkt lijkt. Mondelinge afname zou een alternatief kunnen zijn.
Turkse ouderen die niet hebben gereageerd op de GDS-15 depressievragenlijst hadden als belangrijkste reden een tijdelijk andere verblijfplaats (Turkije). In verschillende andere onderzoeken werd dit ook als belangrijkste oorzaak gevonden. 3 6 7 De belangrijkste reden voor non-respons op de GDS-15 bij de Marokkaanse ouderen was analfabetisme. Analfabetisme komt veel meer voor bij de Marokkaanse populatie dan bij de Turkse. 3 6
Beperkingen
Deze studie kent enkele beperkingen. Een eerste beperking is dat de non-responsreden bij relatief kleine aantallen Turken en Marokkanen is achterhaald. De generaliseerbaarheid is daardoor beperkt. Een tweede beperking is dat zich onder de Nederlandse groep ouderen ook enkele personen van andere nationaliteiten zoals Italianen, Surinamers en Spanjaarden bevonden. Hoewel deze groep volgens een steekproef zeer klein bleek, kan dit betekenen dat de respons onder de ‘autochtone’ Nederlanders wellicht nog iets anders zou uitvallen.