Begin 2020 bereikte het coronavirus Nederland. Hoewel we nu een stuk meer weten over het coronavirus SARS-CoV-2, was er in het begin vooral heel veel onbekend. Ouderen werden in één keer als ‘kwetsbaar’ bestempeld.1 De coronamaatregelen waren gericht op het beschermen van ouderen tegen COVID-19 infectie, maar zorgden ook voor minder participatie en meer angst en eenzaamheid bij ouderen.3 4 1 5 Bovendien kwam de autonomie van ouderen onder druk te staan.6 Hoewel ouderenparticipatie aan een opmars bezig is, wordt de mening van ouderen niet altijd meegenomen in beleid over ouderen. Deze periode heeft nog eens benadrukt hoe belangrijk het is om niet alleen te spreken over ouderen, maar om vooral ook in gesprek te blijven met ouderen. Dit is een van de belangrijkste lessen uit ons onderzoek naar welzijn en ondersteuning van ouderen tijdens de coronaperiode. We blikken hier terug op de situatie van twee jaar corona, en kijken ook vooruit naar wat er nodig is in de toekomst.
Veel initiatieven voor ouderen tijdens begin van de coronaperiode
Begin 2022 voerden we een brede inventarisatie uit naar initiatieven en activiteiten die opgezet zijn voor ouderen in Nederland tijdens de coronaperiode in de periode maart 2020 tot september 2021.1 Er blijkt veel te zijn opgezet voor ouderen, met name in de eerste maanden van de coronaperiode tot aan de zomer van 2020. Dit gebeurde zowel vanuit individuen als vanuit organisaties (bijvoorbeeld sportverenigingen); denk aan nieuw opgezette ‘beeldbelcirkels’ waarbij ouderen middels videobellen sociaal contact hadden, eventueel met ondersteuning bij het onder de knie krijgen van digitale vaardigheden. Of ‘balkon bewegen’, waarbij ouderen op het balkon beweeginstructies vanaf de grond kregen. Of een goede buur die kwam helpen met een klusje, of de ‘supermarktuurtjes’, waarbij ouderen relatief rustig konden winkelen vóór de officiële openingstijden. Veel van deze acties zijn opgezet vanuit de gedachte sociaal contact te verbeteren en eenzaamheid te verminderen, alternatieven te bieden voor dagbesteding, of om te helpen met praktische zaken. Het lijkt erop dat deze initiatieven met name zijn opgestart vanuit een solidariteitsgevoel in die eerste periode bijvoorbeeld om ouderen een hart onder de riem te steken.7
Zorg- en welzijnsprofessionals: netwerken integrale ouderenzorg
In Nederland werken in de ouderenzorg steeds meer zorg- en welzijnsprofessionals samen in netwerken.8 We vroegen deze netwerken integrale ouderenzorg naar activiteiten voor ouderen tijdens de coronaperiode8 en zagen eenzelfde patroon: er zijn met name activiteiten ingezet, gericht op het verbeteren van het sociaal contact en het verminderen van eenzaamheid, dagbesteding en praktische dienstverlening. In tegenstelling tot de initiatieven uit de brede inventarisatie was er bij de netwerken meer aandacht voor de psychische gezondheid van ouderen. Ouderen werden bijvoorbeeld eerder doorgestuurd naar andere zorgprofessionals en er was meer aandacht voor psychisch welbevinden tijdens cliëntcontact.
Aangeboden initiatieven komen slechts gedeeltelijk overeen met lessen en adviezen ouderenorganisaties
Na de eerste fase van de coronacrisis stelden verschillende ouderenorganisaties en andere betrokken partijen geleerde lessen en adviezen op (o.a. GENERO9, NUZO 10, RvO 11). Als we de thema’s uit deze adviezen naast de initiatieven uit bovenstaande inventarisatie leggen, zien we dat de geformuleerde doelen van de initiatieven slechts gedeeltelijk overeenkomen met wat er door de ouderenorganisaties geadviseerd wordt. Zo is er in veel initiatieven wel aandacht voor sociaal contact en eenzaamheid, maar is er uiteindelijk weinig oog voor het psychisch welbevinden van ouderen. Hoewel de netwerken integrale ouderenzorg dit wel oppakken, dreigen vitale ouderen die niet verbonden zijn aan een netwerk buiten beeld te blijven. En, ondanks dat de woon- en leefomgeving in de geleerde lessen en adviezen als een belangrijk punt wordt genoemd, werden er weinig tot geen activiteiten georganiseerd die gericht waren op het aanpassen van die woon- en leefomgeving. Daarnaast adviseren de ouderenorganisaties om initiatieven te blijven monitoren en evalueren, maar zulke evaluaties lijken niet vaak terug te komen bij de georganiseerde initiatieven. Ook bij de netwerken integrale ouderenzorg worden deze weinig benoemd. Monitoring van wat er speelt onder ouderen en hoe activiteiten/zorg hierin een rol spelen, kan ervoor zorgen dat behoeften en aanbod beter op elkaar afgestemd blijven. Verder valt op dat initiatieven over het algemeen worden georganiseerd met als doelgroep ‘de’ oudere. Er is relatief weinig maatwerk voor specifieke groepen, zoals ouderen met een migratieachtergrond, kwetsbare ouderen, of ouderen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Deze diversiteit zien we niet terug in de initiatieven. Ouderenorganisaties benadrukken juist dat ‘de’ oudere niet bestaat omdat het zo’n heterogene groep is. Zij raden daarom aan initiatieven te ontwerpen in samenspraak met ouderen. De ‘Multidisciplinaire richtlijn psychosociale hulp bij rampen en crises’ legt de nadruk op aandacht voor de situatie en de context van het individu.12 Ook is het volgens deze richtlijn dus belangrijk om aandacht te hebben voor de diversiteit onder ouderen en om maatwerk te leveren voor specifieke groepen. Door in gesprek te blijven met ouderen over hun behoeften en kennis uit deze en soortgelijke richtlijnen beter te benutten, kunnen ouderen gerichter ondersteund worden in tijden van crisis.
Eigen inzet van ouderen en de verschillende fases van de crisis
We legden onze bevindingen uit de inventarisatie in een groepsgesprek voor aan een viertal ouderen die een bredere achterban van ouderen representeerden en aan enkele vertegenwoordigers van GGD’en. De ouderen gaven aan dat er ook aandacht moet zijn voor de fase van de crisis. Een acute fase brengt andere behoeften met zich mee dan de langer durende herstelfase. Het is belangrijk aan te sluiten bij die dynamiek die verschilt per fase (zie ook Dueckers, 201412). In de eerdergenoemde richtlijn wordt ook gesteld dat er in tijden van crisis zowel behoefte is aan emotionele en sociale steun als aan praktische hulp.12 13 Deze behoeften komen grofweg overeen met de thema’s uit de adviezen vanuit de ouderenorganisaties en met wat de ouderen in het groepsgesprek aangaven: zij hadden het sociale contact gemist tijdens de coronaperiode. De ouderen benadrukten ook het belang van een gezonde leefstijl in het kader van preventie: ouderen met een gezonde leefstijl zullen veerkrachtiger een crisis ingaan. De coronacrisis heeft volgens hen bovendien de onbenutte capaciteit van ouderen zélf aan het licht gebracht: (vitale) ouderen kunnen zich voor andere ouderen inzetten, bijvoorbeeld door te participeren in vrijwilligerswerk en buurtinitiatieven. Dit sluit aan bij het advies van de ouderenorganisaties over het betrekken van ouderen bij initiatieven.14 Een organisatie die een taak heeft op het gebied van preventie en de bestrijding van de corona epidemie, is de GGD. GGD’en zouden een belangrijke rol kunnen spelen in het zicht houden op thuiswonende ouderen en hun behoeften. GGD’en hadden echter niet altijd zicht op de invloed van de coronacrisis op ouderen. Het waren met name medische of welzijnsinstanties die direct in contact stonden met ouderen, en vooral de groep vitale ouderen viel buiten het gezichtsveld van verschillende partijen.
Tot hier… en nú verder
Waar moeten we in ieder geval rekening mee houden bij een volgende crisis? Welke lessen kunnen we trekken uit de afgelopen twee jaar? Er zijn mooie initiatieven georganiseerd en er was al veel kennis beschikbaar over wat nodig is bij crisissituaties.12 Benut deze kennis en bovenal: blijf te allen tijde in gesprek met een diverse groep ouderen om de behoeften van de personen om wie het gaat, mee te nemen. Het is belangrijk om samen met ouderen koers te bepalen en initiatieven op te zetten, en om regelmatig te evalueren of het juiste nog wordt gedaan. Dan blijven vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten. Tenslotte is het nu ook zaak om verder te denken over de periode ná de crisis, en daarbij in te zetten op een gezonde leefstijl. Dat begint bij het in kaart brengen van behoeften en ervaringen van individuele ouderen door met hen in gesprek te gaan. Tot hier… en nú verder, eerst en vooral in samenspraak met ouderen.
1 Meer informatie over het onderzoek en ouderen in tijden van corona is te vinden op: https://www.rivm.nl/gedragsonderzoek/ouderen-in-tijden-van-corona