Samenvatting

Vergrijzing heeft verstrekkende gevolgen voor een economie en de analyse van die effecten gaat al snel de rekencapaciteiten van economen te boven, laat staan die van beleidsmakers. In de monografie van de Australische economen Creedy en Guest wordt op heldere wijze uiteengezet welke consequenties vergrijzing heeft voor verschillende generaties binnen een sterk gestileerde economie.


1857 Weergaven
3 Downloads
Lees verder

John Creedy en Ross Guest. Population Ageing, Pensions and Growth Intertemporal Trade offs and Consumption Planning. Cheltenham: Edward Elgar, ISBN 978-1-84844-531-4, 2009, 299 p., £79.95.

Vergrijzing heeft verstrekkende gevolgen voor een economie en de analyse van die effecten gaat al snel de rekencapaciteiten van economen te boven, laat staan die van beleidsmakers. In de monografie van de Australische economen Creedy en Guest wordt op heldere wijze uiteengezet welke consequenties vergrijzing heeft voor verschillende generaties binnen een sterk gestileerde economie. Zij doen dat door met een algemeen evenwichtsmodel te werken; een model waarin alle markten die relevant zijn voor het functioneren van een economie met elkaar samenhangen en ook op elkaar kunnen inwerken. Het voordeel om met zo’n algemeen evenwichtsmodel te werken is dat men niet alleen een indruk krijgt van de mogelijke kanalen waarlangs vergrijzing werkt, maar vooral van het kwantitatieve belang. Om maar een voorbeeld te geven, heeft vergrijzing nu een sterk negatief effect op de arbeidsproductiviteit, zoals commentatoren vaak suggereren, of praten we over ‘peanuts’? Het boek voert de lezer in 11 hoofdstukken langs de wegen waarlangs de auteurs tot hun conclusies komen.

Na een zakelijke inleiding (hoofdstuk 1) volgen vier hoofdstukken waarin de techniek en de meest cruciale aannames rond de berekeningen de revue passeren. Vooral het hoofdstuk waarin de auteurs aandacht besteden aan kwesties van duurzaamheid en het gewicht dat verschillende generaties toekennen aan dit aspect is een nuttige aanvulling op het standaard repertoire van algemeen evenwichtsanalyses omdat het (1) relevant is; en (2) de beleidsuitkomsten danig kan beïnvloeden.

Daarna volgen twee hoofdstukken over de gevolgen van vergrijzing voor pensioenen en belastingdruk. En tot slot wordt in de laatste vier hoofdstukken op meer fundamentele wijze gekeken hoe vergrijzing de werking van kapitaal- en arbeidsmarkten beïnvloed en, tegelijkertijd, hoe die ontwikkelingen de levensstandaard van verschillende generaties beïnvloeden. De economische gevolgen voor de levensstandaard in menig vergrijzend land zijn beperkt, zo berekenen de auteurs. Sommige landen zullen niets merken en in het ergste geval betekent het voor sommige landen een economische groeivertraging van 0,3 procent per jaar. Voor de burger anno 2010 die zojuist enorme schommelingen in groeicijfers heeft meegemaakt zijn dat piepkleine effecten. De belangrijkste effecten die vergrijzing lijkt te kunnen hebben, gaan veel meer schuil achter verdelingen tussen landen en verdelingen van welvaart tussen generaties.

Het boek is duidelijk geschreven voor vakbroeders die dezelfde liefde voor de algemeen evenwichtmodelkunst delen. Voor geriaters en gerontologen is dit boek minder geschikt, hoewel de materie rond vergrijzing op de arbeidsmarkt wel enige relevantie kan hebben voor de beroepsgroep. In welke mate kunnen werknemers van verschillende leeftijden elkaars werkzaamheden vervangen en wat is de optimale mix van jong en oud binnen bedrijven?

Het werk van de economen valt in een lange traditie van modelleren die ook wordt toegepast binnen het Centraal Planbureau en het werk van Nederlandse economen als Bovenberg, Teulings en Van der Ploeg. Omdat het een werkterrein omvat dat redelijk uitgemolken is, is het voor wetenschappers zeer moeilijk om met iets nieuws te komen. De belangrijkste bijdrage van het boek schuilt in het bieden van overzicht en het simuleren van realistische effecten, met als belangrijkste boodschap dat vergrijzing niet de grootste doemscenario’s met zich meebrengt waar commentatoren zonder empirisch besef vaak over reppen. Maar laat de lezer echter niet vergeten dat dit soort modelberekeningen net zo sterk zijn als de zwakste schakel in deze modellen en voor wie enige gevoel voor empirie heeft zijn er vele zwakke schakels. In dit soort modellen zijn mensen superrationeel en werken markten altijd perfect, aan beide aannames kan men sterk twijfelen en het zou juist aardig geweest zijn als de auteurs deze aannames eens fundamenteel onder de loep hadden genomen. De economische psychologie heeft de laatste tientallen jaren laten zien hoe belangrijk het idee van de beperkt rationele mens is. Dit soort bezwaren laat onverlet dat de exercities in logica van Creedy en Guest hun dienst kunnen bewijzen en vooral een aanscherping van de intuïtie van economen met zich meebrengt.