Westmoreland, GR, Counsell, SR, Sennour, Y, Schubert, CC, Frank, KI, Wu, J, Frankel, RM, Litzelman, DK, Bogdewic, SP & Inui, TS. Improving medical students attitudes toward older patients through a ‘Council of Elders’ and reflective writing experience. Journal of the American Geriatrics Society (2009); 57: 315-320.
Conclusie van het artikel
In een workshop reflecteerden medisch studenten schriftelijk op een ontmoeting met een oudere volwassene uit hun kennissenkring en discussieerden zij vervolgens met een panel van actieve, vitale ouderen. Daardoor veranderden deels negatieve opvattingen over ouder worden en oudere patiënten in positieve richting.
Bespreking van de studie
Opzet
Een workshop van anderhalf uur die begint met een schrijfopdracht van vijf minuten. Het aantal deelnemers per workshop varieerde van veertien tot veertig, met een gemiddelde van 17 deelnemers per workshop. Studenten schrijven over een ontmoeting met een oudere die zij kennen, en noteren wat zij aan die ervaring bijzonder vonden. Na een korte inleiding over de bedoeling van de workshop en over het vak ‘klinische geriatrie’ volgt een discussie met een panel van drie tot zes vitale en actieve ouderen. De workshop wordt afgesloten met de opdracht om in vijf minuten op te schrijven welke nieuwe gezichtspunten de discussie met het ouderenpanel heeft opgeleverd. Onderzoek naar beeldvorming van de medische studenten over ouderen en evaluatie van de effecten van de workshop gebeurde door inhoudsanalyse van de schrijfopdrachten. Verder werd gebruik gemaakt van de Geriatrics Attitude Scale met veertien stellingen over belangstelling en medische zorg voor oudere patiënten. Een willekeurig gekozen helft van de deelnemers vulde de vragenlijst aan het begin van de workshop in, de andere helft aan het eind. Hiermee werd voorkomen dat dezelfde personen binnen korte tijd twee keer dezelfde vragen zouden beantwoorden over onderwerpen die gevoelig zijn voor ‘sociale wenselijkheid’. Het derde evaluatie-instrument was een korte vragenlijst over de interactie met het ouderenpanel, de ontvankelijkheid voor de opvattingen van de ouderen in het panel, en inzicht in de zorgvragen van ouderen.
Deelnemers
Medische studenten (n=247) in het eerste of tweede jaar van hun preklinische opleiding aan een medische faculteit in Indiana (VS). De leden van het ouderenpanel waren tussen 64 en 84 jaar, en participeerden in de samenleving door betaald werk of vrijwilligerswerk.
Analyse
Vergelijking van de inhoud van de geanonimiseerde schrijfopdrachten aan het begin en het eind van de workshop. Vergelijking van scores op elk van de veertien items van de Geriatrics Attitude Scale van de groep die de items aan het begin van de workshop invulden met de groep die de items aan het eind van de workshop invulden (t-toets voor onafhankelijke steekproeven).
Resultaten
In de schrijfopdrachten veranderde 7% van de studenten een aanvankelijk negatieve attitude in meer positieve opvattingen over ouderen, en liet nog eens 20% merken dat hun positieve opvattingen door kennismaking met het panel waren versterkt. De geschreven overwegingen van 73% bevatten geen duidelijke uitspraken over attitude. Ruim veertig procent van de studenten schreef na de discussie met het panel dat zij dingen hadden geleerd waarvan zij zich daarvoor niet of weinig bewust waren. Sommigen schreven dat zich meer op hun gemak voelden bij de gedachte dat zij straks in hun praktijk oudere patiënten zouden gaan behandelen. Anderen waren verrast hoe onbevangen zij hadden kunnen praten over ouder worden en de eindigheid van het leven. Zeven items van de attitudeschaal lieten bij de deelnemers die deze schaal na de workshop invulden een gunstiger beeldvorming over ouderen zien dan bij de deelnemers die de schaal bij aanvang van de workshop invulden. Het betrof hier voornamelijk items die een grotere compassie met oudere patiënten weergaven. Op geen enkel item was een verandering in de richting van negatieve beeldvorming te zien. Over de workshop zelf merkte 12% van de studenten op dat zij meer tijd hadden willen hebben voor de discussie met het ouderenpanel en vond bijna iedereen (97%) dat de workshop hun begrip en inzicht van wat voor ouderen belangrijk is, had vergroot.
Commentaar
Wie als jonge vrouw of man kiest voor een studie geneeskunde verwacht misschien niet direct een praktijk met veel oude mensen. Toch zijn het niet alleen geriaters die oudere patiënten zien. Het is daarom belangrijk dat medische studenten goed worden voorbereid op een praktijk met oudere patiënten. Medische studenten zien tijdens hun opleiding voornamelijk ouderen die zwak en hulpbehoevend zijn, verschillende, soms chronische aandoeningen hebben, en vaak ook een cognitieve stoornis. Deze patiënten zijn niet representatief voor de meeste ouderen, maar kunnen de beeldvorming van medische studenten over wat het betekent om oud te zijn wel negatief en langdurig beïnvloeden. Voor het nodige tegenwicht is het belangrijk dat medische studenten in contact komen met ouderen die met hen kunnen spreken over hun ervaring en wat voor hen in het leven het meest waardevol is. In dit onderzoek maakte de schrijfopdracht studenten bewust van hun persoonlijke opvattingen over ouderen en ouder worden. Verder was het groepsproces belangrijk, van een panel van ervaringsdeskundigen, die met elkaar en met de studenten overlegden. Dat gaf alle gelegenheid tot interactie en uitwisseling van ideeën en opvattingen tussen studenten onderling en met hun ‘docenten’, in het ouderenpanel. Bijzonder is dat deze vorm van onderwijs systematisch werd geëvalueerd, waardoor de effectiviteit, in de zin van positieve attitudeverandering, kon worden aangetoond.
H. Diesfeldt