Het boek Long term care in Europe – Improving Policy and Practice, dat in februari 2013 uitkwam, beschrijft de uitdagingen die er liggen op het terrein van de organisatie en uitvoering van langdurige zorg. Het geeft de lezer talloze voorbeelden hoe hier op kan worden gereageerd, vanuit verschillende landen in Europa en op nationaal, regionaal of lokaal niveau. Het boek is daarmee goed getimed, gezien de actuele discussie in Nederland over de komende uitvoering van de Wet Langdurige Zorg, maar ook voor andere Europese landen. Van Noord-, Midden- tot Zuid-Europa zijn de uitdagingen in het optimaliseren van de organisatie van de zorg, en het bekostigen ervan voor een toenemende groep mensen met vaak meerdere, chronische aandoeningen, dezelfde.
Het boek is een weerslag van de resultaten van INTERLINKS, een groot onderzoeksproject dat liep van 2009 tot 2011 in 13 Europese landen, gefinancierd door onderzoeksgelden van de Europese Commissie. INTERLINKS had onder andere als doel voorbeelden te verzamelen binnen de langdurige zorg voor ouderen van projecten en beleidsmaatregelen, die links lieten zien tussen cure en care, preventie en revalidatie, kwaliteitssystemen en informele zorg. Vanuit Nederland nam Vilans deel in het project.
Het boek beschrijft in de introductie de volgende uitdagingen in de langdurige zorg (LDZ) in Europese landen:
- Geringe coördinatie in de hele keten van verpleging en verzorging, preventie en revalidatie, wonen en zorg
- Gebrek aan adequate sturing- en financieringsmechanismen
- Toenemend beroep op ongeschoolde zorgverleners, zogenaamde migrant-verzorgenden
- Toenemende druk op mantelzorgers
- En het gebrek aan gebruiker/patiënt participatie in de zorg
Het doel van het boek is om de ‘inherente negativiteit die met deze uitdagingen verbonden is om te keren door de meeste relevante thema’s voor langdurige zorg in Europa te presenteren en te focussen op vooruitgang en verbetering’.
In de wat lange en uit twee hoofdstukken bestaande introductie wordt allereerst het belang benadrukt van het ontwikkelen van een identiteit voor LDZ. Hiervoor is een verandering van paradigma nodig waarin niet langer kwaliteit van zorg, maar kwaliteit van leven als uitgangspunt wordt genomen voor de organisatie en uitvoering van LDZ. De preferenties van ouderen staan hiervoor centraal en integratie van de systemen voor maatschappelijke zorg en gezondheidszorg is daarvoor noodzakelijk.
In de volgende 13 hoofdstukken beschrijven groepen auteurs uit de verschillende landen de relevante thema’s voor de langdurige zorg in Europa. Met deze thema’s krijgt de lezer een volledig inzicht van wat er speelt en nodig is voor het optimaliseren van de organisatie en uitvoering, zoals: het stimuleren van het actieve gebruikersperspectief en hoe dat te doen; het herkennen van de behoeftes van mantelzorger; hoe gezondheids- en sociale zorg te integreren; het belang van een alomvattende benadering voor het koppelen van preventie en revalidatie binnen LDZ; het belang van een alomvattend kwaliteitssysteem voor geïntegreerde systemen; de mix van publieke en private financiering voor LDZ; het gebruik van informatie technologie; de inzet van vrijwilligers en de noodzaak van het maken van beleid ten aanzien van de inzet van migrant-verzorgenden als supplement voor formele zorg.
Samen met het in de appendix beschreven INTERLINKS-raamwerk, dat bestaat uit indicatoren om tot een optimaal beleid en optimale praktijk te komen, is het een rijk boek ter inspiratie en lering voor de door de auteurs aangegeven doelgroep: beleidsadviseurs, managers, en mensen in de praktijk, zowel als onderzoekers werkend op het terrein van LDZ.
Als je het boek integraal wil lezen moet je er echter wel wat tijd voor uittrekken, want de auteurs hebben in ieder hoofdstuk veel woorden nodig om hun punt te maken. De structuur van de afzonderlijke hoofdstukken en de redactie ervan zou daarom in een volgende editie moeten worden verbeterd. Er is bijvoorbeeld herhaling van definities, zoals voor case-management in verschillende hoofdstukken. Sommige termen, zoals ‘waardevolle zorg’ zijn direct vertaald in het Engels (‘Valuable care’), maar zijn voor het internationale publiek geen herkenbare concepten. De volgorde zou hier en daar ook anders kunnen. Hoofdstuk 14 over de ‘evidence-base’ geeft informatie die de lezer aan het begin duidelijk zou maken wat de stand van zaken is op dit terrein. Het boek hoeft natuurlijk niet integraal gelezen te worden, de geïnteresseerde lezer kan uitkiezen welk thema voor hem of haar van belang is.
De vele voorbeelden in het boek worden gepresenteerd als gevalideerde voorbeelden. Nationale panels van experts en uiteindelijk een Europees panel hebben overeenstemming bereikt over de inhoud van het INTERLINKS-raamwerk en de voorbeelden. Wat het boek niet duidelijk beschrijft, in de introductie, is welke onderzoeksmethodes zijn gebruikt of welke criteria om consensus te krijgen over welke voorbeelden te gebruiken. Daarover hebben de redacteuren overigens recent gepubliceerd in het International Journal of Integrated Care (http://www.ijic.org/index.php/ijic/article/view/1173). Het boek geeft geen antwoord op de in de onderzoekswereld vaak gestelde vraag: Wat werkt, voor wie, wanneer en waarom, en hoe duurzaam de voorbeelden van projecten zijn gebleken op langere termijn, maar dat doet niets af aan de potentiële waarde van het boek voor de lezer. De lezer krijgt voor alle relevante thema’s een grote hoeveelheid voorbeelden van projecten aangereikt. Het boek zet je aan het denken, als beleidsmaker, zorgverlener of onderzoeker in de langdurige zorg. De positieve toonzetting van het boek keert daadwerkelijk de negativiteit om. Hoewel de uitdagingen groot zijn, ís het mogelijk om langdurige zorg voor mensen die complexe zorg nodig hebben voor langere periodes beter te regelen.