1822 Weergaven
4 Downloads
Lees verder

Duberstein, P.R., Chapman, B.P., Tindle, H.A., Sink, K.M., Bamonti, P., Robbins, J., Jerant, A.F.& Franks, P. (2011). Personality and risk for Alzheimer’s disease in adults 72 years of age and older: a 6-year follow-up. Psychology and Aging, 26, 351-362.

Conclusie van het artikel

De kans op dementie is over persoonlijkheidstypen ongelijk verdeeld.Wie volgens een vragenlijst emotioneel minder stabiel was, minder zorgvuldig en minder open stond voor nieuwe ervaringen, had met deze combinatie van eigenschappen een twee tot drie keer grotere kans op alzheimerdementie dan mensen met het spiegelbeeld op de genoemde kenmerken.

Bespreking van de studie

Tussen 2000 en 2007 werden 767 personen van 72 jaar of ouder ruim zes jaar lang gevolgd. Bij aanvang van het onderzoek had niemand symptomen van een dementie.Aan het eind van de studie werd bij 116 deelnemers (15,1%) een dementie van het Alzheimertype vastgesteld. Zij werden vergeleken met de 651 deelnemers zonder dementie. Bij aanvang van het onderzoek hadden de deelnemers een persoonlijkheidsvragenlijst ingevuld, de zo genoemde NEO-FFIBig Five.Deze internationaal gebruikte vragenlijst telt zestig items en representeert de vijf globale en relatief onafhankelijke persoonlijkheidsdomeinen van neuroticisme, extraversie, openheid, zorgvuldigheid en altruïsme of vriendelijkheid. De onderzoekers lieten zich leiden door drie hypothesen. Emotionele labiliteit (neuroticisme) is een risicofactor voor ziekte van Alzheimer vanwege de samenhang met een verstoorde stressregulatie, met op de lange duur nadelige gevolgen voor het functioneren van de hersenen. Openheid, dat wil zeggen openstaan voor nieuwe ervaringen, zou bescherming bieden tegen alzheimerdementie, mogelijk ook vanwege de cognitieve stimulansen en gestage, extra activatie van het brein waarvoor mensen met een open geesteshouding ontvankelijker zijn. Van mensen die hoog scoren op Zorgvuldigheid was uit eerder onderzoek bekend dat zij langer leven en meer aandacht hebben voor gezonde leefgewoontes. Dat leidde tot de hypothese dat Zorgvuldigheid geassocieerd zou kunnen zijnmet een verlaagd risico op dementie. Voor de twee andere dimensies van de ‘big five’, extraversie en altruïsme,werd geen relatie met alzheimerrisico verondersteld.

Resultaten

Voor drie persoonlijkheidskenmerken werd een verbandmet een verhoogd risico op alzheimerdementie gevonden: emotionele labiliteit, een minder open geesteshouding en minder zorgvuldigheid. Het verband bleef duidelijk herkenbaar wanneer in de analyses rekening werd gehoudenmet verschillen in leeftijd, schoolopleiding, somberheidsgevoelens en niveau van cognitief functioneren bij aanvang van het onderzoek. Deelnemers die later dement werden, waren gemiddeld twee jaar ouder (80,5 jaar; SD=3,2) dan deelnemers zonder dementie (78,3 jaar; SD=3,0).Het risico op dementie was ook verhoogd bij deelnemers die bij aanvang van het onderzoek (dus nog voordat er enig symptoom van dementie kon worden vastgesteld)minder goed presteerden op een cognitievragenlijst. Een verhoogd risico op dementie was er ook voor deelnemers die op een depressievragenlijst wat meer klachten uitten (zonder overigens een depressie te hebben,want deelnemers met een evidente depressie werden niet in het onderzoek betrokken). Onafhankelijk van deze bekende ‘risicofactoren’ voor dementie maakte inzicht in iemands emotionele labiliteit, openheid en zorgvuldigheid de voorspelling van latere dementie significant nauwkeuriger.Dat gold ook wanneer rekening werd gehoudenmet de aanwezigheid van een chronische ziekte, zoals hoge bloeddruk, suikerziekte, botontkalking, kanker en hart- en bloedvataandoeningen.

Commentaar

Zoalsmeestal, gaat het ook in dit onderzoek om gemiddelde verschillen en kansen. Voorspellingen over afzonderlijke personen kunnen er niet op worden gebaseerd. De meeste deelnemers aan dit onderzoek ontwikkelden in de loop van zes tot zeven jaar geen dementie (85%). Onder deze zullen zeker ook lage scores zijn voorgekomen op de ‘fortuinlijke’ persoonlijkheidskenmerken zoals emotionele stabiliteit, openheid en zorgvuldigheid. En omgekeerd zullen zich onder hen die wel een dementie ontwikkelden zeker personen hebben bevonden die gekend werden als emotioneel stabiel, open en zorgvuldig. Ander onderzoek heeft aangetoond dat afname van emotionele stabiliteit en zorgvuldigheid vooraf kunnen gaan aan een latere dementie.Als dementie de oorzaak kan zijn van veranderingen in persoonlijkheidskenmerken,wordt hetmoeilijker ombepaalde karaktertrekken aan te wijzen als risicofactor. Zoals vaker, is ook hier niet uit te sluiten dat onbedoeldmensen bij het onderzoek werden betrokkenmet een ‘subklinische’ dementie en subtiele karakterveranderingen,wat de associatie tussen een latere evidente dementie en persoonlijkheidskenmerken kan hebben beïnvloed.De gevonden verbanden laten echter onverlet dat meer aandacht voor persoonlijkheidskenmerken het risicoprofiel voor de ziekte van Alzheimer kan verfijnen, en dat is een bruikbaar gegeven voor epidemiologisch onderzoek, preventieresearch en de ontwikkeling van een ziektemodel.