Weiss,D.,& Lang, F. R. (2012). “They” are old but “I” feel younger: Age-group dissociation as a self-protective strategy in old age. Psychology and Aging, 27, 153-163.
Weiss,D.,& Freund, A. (2012). Still young at heart: Negative age-related information motivates distancing from same-aged people. Psychology and Aging, 27, 173- 180.
Thematiek en onderzoeksvragen
Onder sprekende titels rapporteren Weiss en zijn collega’s de resultaten van onderzoek naar hoe ouderen hun eigen leeftijd beleven en waarderen. Ze gingen daarbij uit van de vaststelling dat oudere mensen zich vaak, zo niet meestal, als jonger beleven dan ze volgens hun chronologische leeftijd in werkelijkheid zijn. Oudere mensen noemen zich niet graag oud. Hoogbejaarden hoort men wel eens smalend spreken over ‘die oude mensen’. De auteurs focussen op vragen als:
- Heeft de identificatie met de eigen leeftijdsgroep effect op de subjectieve leeftijdsbeleving (bijv. zich jonger voelen) en op het toekomstperspectief.
- Nemen ouderen die geconfronteerd worden met negatieve ouderdomsstereotypen meer afstand van hun leeftijdgenoten en hebben ze de neiging om zich als jonger te beleven?
- Wat is bij ouderen het effect van positieve en negatieve informatie over de oudere leeftijd op hun waardering van en preoccupatie met hun leeftijd?
- Distantiëren ouderen zich door een strategie van sociale vergelijking van hun negatief geëvalueerde leeftijdgroep?
Methoden
De auteurs gebruiken diverse eerder korte schalen en vragenlijsten (leeftijdsgroepidentificatie; subjectieve leeftijdsbias; waardering voor eigen leeftijd; toekomstperspectief) in het kader van een cross-sectionele studie (met drie leeftijdsgroepen: 18-39, 40-64, 65-85) en enkele experimenten met ouderen (65-83/87/88) waarin negatieve informatie (stereotypen) over ouderen werd gepresenteerd en de effecten nagegaan bijvoorbeeld op de blikduur bij de presentatie van een oud gezicht en een gezicht van middelbare leeftijd. De onderzoekingen werden creatief opgezet, met zorg uitgevoerd, en de resultaten adequaat geanalyseerd.
Resultaten
De vier in deze twee publicaties gerapporteerde studies leveren een aantal resultaten in de lijn der verwachtingen. (1). In tegenstelling tot jongere volwassenen vermijden oudere volwassenen een prototypisch negatief zelfbeeld door zich niet te identificeren met hun leeftijdsgroep. Ze beschouwen zich als jonger en hebben een positieve kijk op hun toekomst. (2). Als ouderen in een experimentele situatie geconfronteerd worden met negatieve ouderdomsstereotypen neigen ze tot meer bezorgdheid over hun leeftijd en het ouder worden en gaan ze afstand nemen van hun leeftijdsgroep. Bij confrontatie met positieve en neutrale informatie over hun leeftijdscategorie doen ze dat niet. (3). Negatieve informatie over hun leeftijdsgroep (gepresenteerd in een experimentele situatie) wekt bij oudere mensen negatieve gevoelens en bezorgdheid over hun leeftijd en maakt deze tot meer pregnante component van hun zelfbeeld. (4). Na confrontatie met negatieve informatie over hun leeftijd neigen ouderen er toe hun zelfbeeld te beschermen door zich met een jongere leeftijdsgroep te identificeren. Ze beschouwen zich meer als van middelbare leeftijd en hebben ook meer oog voor foto’s van personen van die leeftijd wanneer die paarsgewijze met foto’s van oudere mensen gepresenteerd worden.
Discussie
De auteurs merken terecht op dat het afstandnemen van de eigen leeftijdscategorie wel een bescherming kan betekenen van het zelfconcept tegen het effect van negatieve ouderdomsstereotypen, maar dat het ook de bron kan zijn van het ten onrechte niet ingaan op belangrijke ontwikkelingstaken die tot het ouder worden behoren.
Nabeschouwing
Er is nog heel wat (zowel longitudinaal als kwalitatief) onderzoek nodig om na te gaan hoe heilzaam het zich distantiëren van zijn chronologische leeftijd eigenlijk wel is. De veel gebruikte slogan “jonger dan je denkt” (zie websites op het internet) en het immens aanbod aan chemische middelen en fysieke trainingsprogramma’s en er bijhorende producten en toestellen, zullen de dimensies van verlies van het ouder worden blijvend in de schijnwerper zetten. En het is de vraag of het zich mentaal terugtrekken in de fantasie van de eeuwig durende middelbare leeftijd waarin de echo’s van het (fysiek) jong zijn nog nagalmen, niet fnuikend is voor de ontwikkeling van het vermogen om op een constructieve wijze om te gaan met de accumulatie van verlieservaringen die op termijn onvermijdbaar zijn.