Vrolijk en gezond oud worden in Suriname
In Suriname, een ontwikkelingsland met een multiculturele samenleving, groeit het aantal ouderen met leefstijl relateerde aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten en overgewicht. Lichamelijke inactiviteit is een belangrijke risicofactor voor deze kwalen. Fysiotherapeut/onderzoeker/docent Tony Chang, 62 jr, tracht door middel van een bewegingsprogramma motorische activiteit bij passieve ouderen in vijf bejaardenhuizen te stimuleren en zo de functionaliteit, de onafhankelijkheid, de fitheid en gezondheid te verbeteren. Volgens de eerste stelling bij zijn proefschrift Ageing with joy is ‘Ouderdom komt met gebreken’ een dooddoener, een gevolg van de inactieve levensstijl waarop men denkt recht te hebben na een ‘actief’ leven. Zijn bewegingsprogramma met onder andere Bewegen op muziek, handbal, badminton en voetbal duurde acht maanden en leidde tot positieve effecten op subjectieve en objectieve indicatoren van fitheid en gezondheid.
In vergelijking met de controlegroep werd de experimentele groep significant meer lichamelijk actief in de vrije tijd. Volgens Chang is zijn promotieonderzoek het eerste onderzoek naar de effecten van een bewegingsprogramma voor ouderen in een ontwikkelingsland. Proefschrift Ageing with joy. The effect of a physical activity programme on the well-being of older people. A study conducted in five homes for the elderly in Paramaribo, Rijksuniversiteit Groningen, 23 september 2009, 188 p, ISBN 978 90 77113 76 9. Promotores waren prof.dr. J.R. van Horn, prof.dr. J.W. Groothoff en prof.dr. M.A. Vrede.
Reumatoïde artritis (RA) bij oudere patiënten steviger aanpakken
Ook oudere patiënten met RA hebben baat bij intensieve anti-reuma medicatie, zoals de relatief nieuwe TNFa blokkerende middelen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van reumatoloog i.o. Beáta Radovits, 33 jr, naar de invloed van leeftijd en geslacht op de behandeling, het verloop en het behandelingsresultaat bij RA. Het blijkt dat oudere patiënten momenteel veel minder kans hebben op behandeling met intensieve medicatie, ook bij goede conditie en het ontbreken van bijkomende ziekten. Bij diegenen die wel zijn behandeld is een forse verbetering in ziekteactiviteit en kwaliteit van leven merkbaar. Bij ouderen is het wel iets moeilijker om een complete remissie van de ziekte te bereiken. Vrouwelijke RA patiënten blijkt het slechter te vergaan dan mannelijke. Zij hebben vaker een hogere ziekteactiviteit, bereiken remissie minder gemakkelijk en leveren meer jaren van de gemiddelde levensverwachting in dan mannen (vijf jaar korter leven in plaats van twee jaar). Als wij de mortaliteit van RA patiënten willen verbeteren, moeten we niet bang zijn ook oudere RA patiënten met effectievere, intensieve therapieën te behandelen. Proefschrift Age and aging in rheumatoid arthritis. Influence of age and gender on the assessment and outcome of rheumatoid arthritis, Radboud Universiteit Nijmegen, 7 oktober 2009, 198 p, ISBN 978 94901 225 46. Promotores waren prof.dr. R.F. J.M. Laan en prof. Dr. P.L.C.M. van Riel.
Functioneren van ouderen met artrose van heup of knie
Artrosepatiënten ervaren vaak pijn en beperkingen in het dagelijks leven. Vooral bij oudere patiënten leidt de ziekte tot functioneringsproblemen. Er is echter weinig bekend over de veranderingen die daarin optreden op de langere termijn. Sommige patiënten verslechteren, anderen niet. Fysiotherapeut/bewegingswetenschapper Gabriëlla van Dijk tracht in haar promotieonderzoek, dat zich uitstrekte over een periode van drie jaar, de prognostische factoren voor de verdere ontwikkeling te identificeren zodat patiënten goed kunnen worden geïnformeerd over hun te verwachten beperkingen in de toekomst en voor het stellen van de optimale revalidatiedoelen. Het blijkt dat toegenomen pijn, verminderde beweeglijkheid en verminderde spierkracht na een jaar follow-up, comorbiditeit en relatief slecht cognitief functioneren voorspellend zijn voor verslechtering van de beperkingen in activiteiten. Bij patiënten met artrose van de knie is een lagere vitaliteit ook van belang voor het slechter functioneren in de toekomst. Toekomstig onderzoek moet onder andere aandacht besteden aan wat clinici kunnen doen en wat patiënten zelf kunnen doen om beter functioneren te bereiken. Proefschrift Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee, Vrije Universiteit Amsterdam, 26 oktober 2009, 172 p, ISBN 978 90 8659 359 0. Promotores waren prof.dr. J. Dekker en prof.dr. G. J. Lankhorst.
Effectieve aanpak van herhaald vallen bij ouderen nog onduidelijk
De afgelopen jaren zijn overal in Nederland valpoli’s gestart waar ouderen met valproblemen kunnen worden onderzocht en behandeld. Het is dan op de eerste plaats van belang om ouderen met een hoog risicoprofiel te identificeren. VU Medisch Centrum hanteert daarvoor het zogenaamde LASA valrisicoprofiel. Uit het promotieonderzoek van bewegingswetenschapper/ epidemioloog Geeske Peeters, 30 jr, blijkt echter dat dit valrisicoprofiel weinig bijdraagt aan het voorspellen van de kans op herhaald vallen. Ook is er weinig verschil in resultaat na behandeling in de valkliniek of behandeling door de huisarts voor wat betreft het verminderen van het valrisico. De overheid stimuleert fysieke activiteit bij ouderen ter bevordering van de gezondheid en de mobiliteit. Mogelijk levert dit echter wel meer valrisico op. Uit het onderzoek van Peeters blijkt dat het risico op vallen niet afneemt bij een hogere mate van activiteit, maar het risico op herhaald vallen wel. Deze resultaten ondersteunen het initiatief van de overheid om ook onder ouderen lichamelijke activiteit te stimuleren. Proefschrift Prevention of falling in older persons with a high risk of recurrent falling, Vrije Universiteit Amsterdam, 18 september 2009, 183 p, ISBN 978 94 90122 40 9. Promotores waren prof.dr. P.T.A.M. Lips en prof.dr. L.M. Bouter.
Het voorspellen van de kans op valincidenten van ouderen
Om de effectiviteit van interventieprogramma’s gericht op valpreventie te testen, heb je eerst een goede meetmethode nodig. Fysiotherapeut/ onderzoeker Jaap Swanenburg onderzocht welke factoren de kans op valincidenten mogelijk voorspellen, maar de testomgeving en de gebruikte testprotocollen maakten niet voldoende onderscheid. Het blijkt dat het testen van posturale controle in combinatie met andere motorische en cognitieve opgaven (bijvoorbeeld achteruit tellen) moet plaatsvinden. Metingen met de krachtenplatformvariabele RMS-ML (RootMean-Square-amplitude, ofwel de amplitude van de wortel uit het gemiddelde kwadraat, in mediaal-laterale richtingen) konden het valrisico in de toekomst voorspellen bij vrouwen die meerdere valpartijen in de anamnese hebben en die medicatie gebruiken waardoor een risico op vallen ontstaat, of die meerdere geneesmiddelen gebruiken. Dit onderzoek toont nieuwe aspecten van de krachtenplatform meetmethode voor de houdingsbalans bij oudere vallers en nietvallers. Proefschrift Maintaining balance in elderly fallers. Novel aspects of postural balance measures in elderly, Rijksuniversiteit Groningen, 12 oktober 2009, 137 p, ISBN 978 90 3673 976 4. Promotor was prof.dr. T. Mulder.
Postoperatief delier soms aanwijzing voor beginnende dementie
Dementie kan niet afgedaan worden als een geheugenprobleem, bijna 90 % van de patiënten vertoont ernstige gedrags- en psychiatrische stoornissen met grote impact voor de directe omgeving. Dit concludeert psychiater/ psychotherapeut Martin Kat, 58 jr, uit zijn onderzoek naar neuropsychiatrische symptomen, zoals angst, depressie, apathie en prikkelbaarheid bij dementerenden. Voor zijn onderzoek ontwikkelde hij een Nederlandstalige variant van de Amerikaanse Neuropsychiatric Inventory (NPI) en dit bleek een valide en betrouwbaar instrument om neuropsychiatrische symptomen bij dementie in kaart te brengen en te evalueren, en om de ervaren emotionele belasting van verzorgenden nauwkeurig vast te leggen. Uit het promotieonderzoek van Kat bij ouderen die na een heupoperatie een delirium ontwikkelden, blijkt dat dit syndroom een onafhankelijke voorspeller is van overlijden na deze ingreep en tevens onder speciale omstandigheden de eerste aanwijzing kan zijn voor onderliggende neurodegeneratieve problematiek, zoals dementie. Proefschrift The neuropsychiatry of dementia. Psychometrics, clinical implications and outcome, Universiteit van Amsterdam, 14 oktober 2009, 192 p, ISBN 978 90 7311 812 6. Promotores waren prof.dr. P. Eikelenboom en prof.dr.W.A. van Gool.
Zorgbehoefte bij dementie, vraaggestuurde website kan helpen
Thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers ervaren nog veel onvervulde behoeften op het gebied van ondersteuning en hulp bij geheugenproblemen, informatievoorziening, gezelschap, psychisch lijden en dagbesteding. Dat blijkt uit een grootschalig veldonderzoek in Noord-Holland en Nijmegen van sociaal psycholoog Henriëtte van der Roest, 32 jr, waarbij mensen met dementie (nu ook zelf) en hun mantelzorgers zijn geraadpleegd over hun zorgbehoefte. Haar promotieonderzoek beschrijft ook de ontwikkeling en toepassing van een DEMentie specifieke Digitale Interactieve Sociale Kaart (DementieWijzer) om tegemoet te komen aan de behoefte aan informatie over de ziekte en over het zorgaanbod. Via internet helpt de DementieWijzer zorgvragen verduidelijken en geeft persoonlijk advies over het beschikbare zorgaanbod in de buurt. Al na twee maanden voelden de gebruikers, mantelzorgers in Amsterdam, zich meer competent en adequater verzorgd dan de controlegroep. Deze resultaten zijn bemoedigend voor de verdere ontwikkeling en implementatie van de DementieWjzer. Proefschrift Care needs in dementia and digital interactive information provisioning, Vrije Universiteit Amsterdam, 12 oktober 2009, 253 p, ISBN 978 90 902 4483 9. Promotores waren prof.dr. R.M. Dröes en prof.dr. C. Jonker.
Benoemingen Rose-Marie Dröes, Cees Hertogh en Frans Hoogeveen
Op 1 september 2009 is dr. Rose-Marie Dröes bij het VU medisch centrum benoemd tot gewoon hoogleraar ‘Psychosociale hulpverlening voor mensen met dementie’. De algemene doelstelling van deze leerstoel is de psychosociale hulpverlening voor mensen met dementie verder te ontwikkelen, evalueren en implementeren in de zich ontwikkelende Ketenzorg Dementie met als uiteindelijk doel het verbeteren van de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven van mensen met dementie en hun mantelzorgers. De leerstoel is ingesteld voor 5 jaar (sept 2009-sept 2014) bij de afdeling Verpleeghuisgeneeskunde, VUmc, Amsterdam en is financieel mogelijk gemaakt door de Noaber Stichting. Met ingang van 1 oktober 2009 is dr. Cees Hertogh benoemd tot hoogleraar ’Ethiek van de zorg voor kwetsbare ouderen’ aan het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Cees Hertogh was al als senioronderzoeker verbonden aan de afdeling verpleeghuisgeneeskunde en het EMGO Instituut van het VUMC. Hij is tevens sinds 1997 redacteur van TGG. De algemene doelstelling van de leerstoel is de ontwikkeling van een ethisch referentiekader dat richting kan geven aan de inrichting van de zorg voor kwetsbare ouderen en de besluitvorming daarover, zowel op individueel als op beleidsniveau. Met ingang van 1 september 2009 start dr. Frans Hoogeveen als nieuwe lector PsychoGeriatrie op De Haagse Hogeschool. Hij volgt dr. Bère Miesen op die vanaf september 2005 deze functie heeft vervuld. Sinds 1993 werkt Hoogeveen voor Florence, een grote zorgorganisatie in de regio Den Haag. Daarnaast is hij hoofdredacteur van Denkbeeld. Het lectoraat is een samenwerkingsverband tussen De Haagse Hogeschool, WoonZorggroep Haaglanden en Florence, en is gestart in september 2005. De brede doelstelling van het lectoraat is het verbeteren van kwaliteit van leven en zorg voor mensen met dementie en hun naasten, en het opleiden en ondersteunen van (aankomende) professionals.