1469 Weergaven
3 Downloads
Lees verder

Kwetsbare ouderen beter af met huisbezoek

75-plussers die nog zelfstandig wonen, hebben geregeld niet goed onderkende gezondheidsklachten en zorgen over cognitie, gedrag, stemming, ondervoeding en mobiliteit. Daar is wat aan te doen door een gespecialiseerde verpleegkundige op huisbezoek te laten gaan, in samenwerking met huisarts en geriater. Dit concludeert arts-onderzoeker en epidemioloog René Melis, 35 jr, uit zijn promotieonderzoek naar de effecten van een multidisciplinair zorgmodel voor thuiswonende kwetsbare ouderen (Dutch EASYcare Study). De bezochte ouderen blijken er baat bij te hebben en de meerkosten zijn beperkt. De zelfredzaamheid blijft stabiel, waar die anders achteruit zou gaan. Voor mantelzorgers die met de patiënt samenwonen betekent het programma een vermindering van zorgbelasting, voor elders wonende mantelzorgers juist niet. Gezien de toenemende nadruk die in het Nederlandse zorgstelsel wordt gelegd op mantelzorg, is dit een resultaat dat verder moet worden onderzocht. Proefschrift Caring for vulnerable older people who live in the community. About effective interventions and effective methods for their evaluation, Radboud Universiteit Nijmegen, 28 januari 2008, 141 p, ISBN 978 90 9022666 8. Promotores waren prof.dr. M.G.M. Olde Rikkert en prof.dr. T. van Achterberg. Zie ook het eerder gesignaleerde en elders in dit nummer uitgebreid besproken proefschrift van Monique van Eijken over hetzelfde onderwerp.

Kom in beweging. Dat verbetert uw humeur en uw verstand!

Bij gezonde ouderen is vastgesteld dat lichamelijke activiteit een positief effect heeft op bepaalde hersenfuncties zoals plannen en aandacht, en ook geassocieerd is met een kleinere kans op dementie. Klinisch neuropsycholoog Laura Eggermont, 28 jr, toont in haar promotieonderzoek aan dat ook bij ouderen met dementie woonachtig in een verzorgingshuis nog verbetering kan worden bereikt met een activeringsprogramma. Zelfs het lopen met een rollator is voldoende om de conditie en mogelijk ook de cognitie, de stemming en het slaap-waakritme te verbeteren. Cardiovasculaire problemen kunnen roet in het eten gooien en daarom werd ook een programma met het uitvoeren van handbewegingen getest. De stemming verbeterde en mogelijk ook sommige hersenfuncties, zelfs door het kijken naar handbewegingen! Het proefschrift van Eggermont geeft aanleiding om attent te zijn op een actievere dagbesteding voor dementerende ouderen in tehuizen, ter verbetering van de cognitie en de stemming. Proefschrift Neurorehabilitation in dementia on the move. Influences of physical activity on cognition, mood, and the rest-activity rhythm, Vrije Universiteit Amsterdam, 21 december 2007, 183 p, ISBN 978 90 8659 164 0. Promotores waren prof.dr. E.J.A. Scherder en prof.dr. D.F. Swaab.

Probleemgedrag bij dementie anders benaderen

Dwaalgedrag, agitatie/agressie, depressie en apathie zijn neuropsychiatrische symptomen die het welbevinden en de verzorging van dementiepatiënten thuis en in het verpleeghuis ernstig bemoeilijken. In het proefschrift van verpleeghuisarts-onderzoeker Sytse Zuidema, 40 jr, worden de resultaten beschreven van de zgn. WAALBED studie (WAAL Behaviour in Dementia), een grootschalig onderzoek naar probleemgedrag bij verpleeghuispatiënten met dementie. Zuidema concludeert dat de prevalentie van neuropsychiatrische symptomen weliswaar hoog is, maar sterk varieert tussen de diverse psychogeriatrische afdelingen (omgevings-gerelateerde factoren). Hij pleit voor een patiënt-georiënteerde / belevingsgerichte behandelstrategie met, naast farmacologische interventies, validatie, reminiscentie, snoezelen en psychomotorische therapie, afgestemd op het individu en zijn voorgeschiedenis, om de belasting van neuropsychiatrische symptomen te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren. Proefschrift Neuropsychiatric symptoms in Dutch nursing home patients with dementia, 159 p, ISBN 978 90 9022470 1, Radboud Universiteit Nijmegen, 8 februari 2008. Promotores waren prof.dr. R.T.C.M. Koopmans en prof.dr. F.R.J. Verhey.

Niet somber doen over depressie bij ouderen

Het is een mythe dat de prognose van een depressie bij ouderen slechter is dan die van jonger volwassenen. Dit concludeert ouderenpsychiater Rob Kok, 47 jr, uit zijn promotieonderzoek onder een groep patiënten van de depressie-unit van afdeling Den Eik, Altrecht GGZ te Zeist, die hij gedurende drie jaar heeft gevolgd ook nadat zij reeds waren hersteld. Antidepressieve medicijnen blijken bij ernstige depressies net zo werkzaam bij ouderen als bij jongeren en het aantal bijwerkingen valt gelukkig ook erg mee. Belangrijk is vooral om door te gaan met behandelen als het eerste of tweede antidepressieve medicijn niet aanslaat. Ook deze zogenoemde therapieresistente depressies zijn bij ouderen goed te behandelen. Als artsen en psychiaters de richtlijn volgen die ze zelf hebben gemaakt, zien we dat uiteindelijk vrijwel iedere oudere met een depressie verbetert. Proefschrift Treatment of late life depression: towards a better prognosis, Universiteit Utrecht, 6 maart 2008, 171 p, ISBN 978 90 393 4751 5. Promotores waren prof.dr. T.J. Heeren en prof.dr. W.A. Nolen.

Meer aandacht voor depressieve symptomen verbetert het leven van hartfalenpatiënten

Hartfalen, een slecht pompend hart, is een chronische aandoening na een hartinfarct, hartritmestoornissen, hoge bloeddruk of hartklepproblemen. Terwijl kortademig en snel vermoeid kampt eenderde van de patiënten ook nog eens met depressieve klachten, vooral vrouwen en mensen met comorbiditeit. Door deze klachten snel te herkennen en te behandelen worden heropnames in het ziekenhuis voorkomen of bekort. Verplegingswetenschapper Ivonne Lesman-Leegte, 40 jr, bepleit in haar proefschrift Quality of life and depressive symptoms in patients with heart failure, ISBN 978 90 367 3218 5, een routinematige screening op depressieve symptomen bij patiënten met hartfalen -en behandeling volgens de bestaande richtlijnen ter verbetering van de kwaliteit van leven. Uit haar promotieonderzoek blijkt wel dat voorlichting en begeleiding door een hartfalenverpleegkundige, toegevoegd aan behandeling door de cardioloog, door een lagere drempel en meer interactie tot meer heropnames kan leiden. Ivonne Lesman-Leegte promoveerde op 19 december 2007 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar promotores waren prof.dr. D.J. van Veldhuisen, prof.dr. R. Sanderman en prof.dr. J.L. Hillege.