Inleiding
Het ontstaan van nieuwe beperkingen bij ouderen wordt vaak functieverlies genoemd.1 Het gaat hierbij om de beperkingen in instrumentele en niet-instrumentele activiteiten van het dagelijks leven (IADL en ADL) zoals boodschappen doen en jezelf aankleden. Deze beperkingen kunnen leiden tot verminderde zelfredzaamheid,2 en toename van het aantal ziekenhuis- en verpleeghuisopnames,3 waardoor ook de kosten van de gezondheidszorg toenemen.
Uit meta-analyses blijkt dat functieverlies bij thuiswonende ouderen uitgesteld kan worden door preventieve interventies.4‘5‘6 Preventieve interventies die echter uitsluitend gericht zijn op kwetsbare ouderen, bleken niet effectief.4 Ouderen zonder of met slechts lichte beperkingen, die een verhoogd risico op functieverlies hebben, zouden meer kunnen profiteren van preventieve interventies.7‘8 Uitbreiding naar een jongere (70–75 jaar) en minder kwetsbare (‘pre-frail’) populatie wordt aanbevolen om de opbrengst van preventieve interventies te verhogen.4‘6‘7‘9 Het herkennen van ouderen zonder of met slechts lichte beperkingen maar met een verhoogd risico op functieverlies, is daarbij een belangrijke eerste stap.7
Om ouderen met een verhoogd risico op functieverlies te herkennen is een eenvoudig, praktisch, zelf-rapportage instrument nodig. In de afgelopen decennia is er veel aandacht besteed aan het identificeren van kwetsbare ouderen in een eerstelijnspopulatie.10‘ Er zijn meerdere vragenlijsten die functieverlies over de tijd kunnen voorspellen, maar zij behoeven externe validatie in een relevante populatie, of in een eerstelijnspopulatie.12‘13‘14 Daarnaast wordt selectie van kwetsbaarheid op basis van leeftijd vaak toegepast als startpunt voor preventieve interventies.6 In sommige Europese landen krijgen alle personen van 75 jaar en ouder jaarlijks een uitgebreid multidimensionaal onderzoek.15
Identification of Seniors At Risk (ISAR) is een instrument dat gevalideerd is om ouderen met een verhoogd risico op functieverlies te herkennen die de spoedeisende hulp (SEH) bezoeken.16 Het is onbekend wat de testeigenschappen van de ISAR zijn om ouderen met een verhoogd risico op functieverlies te herkennen in een eerstelijnspopulatie. Dit onderzoek heeft als doelstellingen: (1) om het Identification of Seniors At Risk (ISAR) screeningsinstrument te optimaliseren en te valideren in een eerstelijnspopulatie (ISAR-Primary Care) en (2) om selectie van ouderen met verhoogd risico, vastgesteld met behulp van de ISAR-PC te vergelijken met selectie op basis van alleen leeftijd.
Methode
Opzet en deelnemers
In de regio Amsterdam namen zeven huisartsenpraktijken deel aan een prospectief cohort- onderzoek om de ISAR-PC te ontwikkelen. In de regio Noord-Holland-Noord namen tien huisartsen deel aan een tweede cohort om de ISAR-PC te valideren. De cohorten startten in 2008 en in 2010 respectievelijk en werden beiden voor een jaar gevolgd. Alle thuiswonende personen van 70 jaar en ouder ontvingen schriftelijke informatie over het onderzoek en werden door hun huisarts uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen. Personen met een terminale ziekte, dementie, of die geen Nederlands spraken, werden geëxcludeerd door de huisarts. Alle ouderen gaven schriftelijk toestemming voor deelname voorafgaand aan de metingen. Details van het onderzoek zijn elders gepubliceerd.17‘18 Het onderzoek werd goedgekeurd door de Medisch Ethische Commissie (protocol ID MEC10/182).
Gegevensverzameling
Bij inclusie, na zes en twaalf maanden werden gegevens verzameld over de voorgeschiedenis en demografische achtergrond van de ouderen, werd de originele ISAR vragenlijst,16 en de gemodificeerde Katz-ADL index19 afgenomen, en gegevens genoteerd over potentiële voorspellende variabelen van functieverlies. Details van het onderzoek zijn elders gepubliceerd.18
De ISAR vragenlijst
De ISAR vragenlijst bestaat uit zes dichotome zelfrapportagevragen, namelijk over de aanwezigheid van hulp, toename van hulpbehoevendheid, voorgeschiedenis van ziekenhuisopname, geheugenproblemen, visuele beperking en polyfarmacie.16 Het scorebereik van het instrument loopt van 0 tot 6 punten. Bij een score van twee of meer punten heeft het ISAR screeningsinstrument een Area Under the Curve (AUC) van 0,71 (95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 0,68–0,74), en een sensitiviteit en specificiteit van respectievelijk 72 en 58%. Bij een score van twee of meer punten is er sprake van een verhoogd risico op functieverlies binnen zes maanden na het bezoek aan de SEH.16
Voorspellende variabelen van functieverlies
Andere voorspellende variabelen voor functieverlies bij thuiswonende ouderen zijn leeftijd, geslacht, etniciteit, opleidingsniveau, socio-economische status, burgerlijke status, woonsituatie, gehoorbeperking, onbedoeld gewichtsverlies, depressie, vallen,multimorbiditeit, bezoek aan de SEH, beperking in sociale activiteiten, en zelfervaren gezondheid.3‘20‘21‘2223‘24 De selectie van voorspellende variabelen is in deze studie gebaseerd op literatuuronderzoek en op ervaring van geriaters en huisartsen in het onderzoeksteam.
De uitkomstmaat
Functieverlies was gedefinieerd als minimaal één punt achteruitgang op de gemodificeerde KatzADL index na twaalf maanden, ten opzichte van de score bij inclusie of sterfte.19 Uit eerder onderzoek bleek dat de minimale belangrijke verandering in functioneren overeenkomt met een halve punt verbetering op een 20-punt schaal.4 Om deze verandering te overstijgen, hebben we functieverlies gedefinieerd als minimaal één punt achteruitgang op de gemodificeerde Katz-ADL index.
Non-respondentenanalyse in het ontwikkelingscohort
Om te onderzoeken of non-respondenten meer functionele en cognitieve beperkingen hadden, werd een aselecte steekproef van zowel non-respondenten als deelnemers uitgenodigd voor een eenmalig huisbezoek door een getrainde onderzoeksverpleegkundige. Non-respondenten die deelnamen gaven voorafgaand aan het huisbezoek schriftelijk toestemming voor deelname. Tijdens het huisbezoek werden dezelfde gegevens verzameld als bij inclusie, aangevuld met een Mini-Mental State Examination (MMSE).25
Statistische analyse
Details van de statistische analyse zijn elders gepubliceerd.18 In beide cohorten werden ontbrekende gegevens multipel geïmputeerd en er werden vijf imputatiesets gemaakt.26 In het ontwikkelingscohort werd het onderscheidend vermogen van de ISAR-vragenlijst bepaald aan de hand van de AUC. Vervolgens werd het instrument aangepast voor gebruik in de eerste lijn met behulp van multipele logistische regressie.
Variabelen die univariabel geassocieerd waren met functieverlies (p<0.20) werden gebruikt in een multivariabele logistische regressie met stapsgewijze backward elimination (p-remove <0.05). Shrinkage van de regressiecoëfficiënten werd toegepast om overschatting te voorkomen.27 Vervolgens werden het onderscheidend vermogen van de ISAR-PC getest aan de hand van de AUC. De kalibratie van de ISAR-PC, de overeenkomst van de voorspelde kansen en de waargenomen frequenties van functieverlies werd weergegeven in een kalibratieplot. De ISAR-PC werd vertaald in een scorekaart.28 De regressieformule uit het ontwikkelingscohort werd toegepast in het validatiecohort en het onderscheidend vermogen en de kalibratie werden getest in het validatiecohort.
Model gebaseerd op alleen leeftijd
In beide cohorten werd een logistische regressieanalyse toegepast om te onderzoeken in hoeverre ouderen met een verhoogd risico op functieverlies gedetecteerd konden worden op basis van een cutoff waarde van leeftijd (≥75 jaar).
Voor de statistische analyse is gebruik gemaakt van SPSS versie 19 en R versie 2.13.1 (Hmisc package).
Resultaten
In het ontwikkelings- en validatiecohort werden respectievelijk 76,3% (790/1035) en 69,1% van de ouderen geïncludeerd (fig. 1). Deelnemers die voor het einde van de studie uitvielen hadden bij inclusie meer ADL- en IADL-beperkingen en meer risicofactoren voor functieverlies. In het ontwikkelingscohort ontwikkelde 31,4% (248/790) functieverlies en 3,4% (27/790) overleed. In het validatiecohort ontwikkelde 31,9% ((821/2573) functieverlies en 1,1% (29/2573) overleed.
Een aselecte steekproef van 32 (39%) van de 82 niet-reagerende deelnemers in het ontwikkelingscohort nam deel aan een non-respondentenanalyse. Deze non-respondenten hadden meer ADL-beperkingen, cognitieve beperkingen, en een lagere socio-economische status in vergelijking met een aselecte steekproef van 71 respondenten (tab.1).
Ontwikkelen en validatie van de ISAR-PC
De ISAR-PC, bestaat uit drie variabelen die het ontstaan van functieverlies het best voorspellen: leeftijd (odds ratio (OR)=1,06 per toegevoegd jaar; 95%- BI=1,02–1,10), afhankelijkheid in IADL (OR=2,17; 95%-BI=1,46–3,22), en geheugenproblemen (OR=2,22; 95%-BI=1,41–3,51). Bij een score van ≥2 lag de AUC-range tussen 0,67 en 0,70 (tab. 2) en was de kalibratie goed (fig. 2).
Voor de scorekaart werd leeftijd ingedeeld in drie categorieën, 70–74, 75–84, en 85 en ouder (zie bijlage en supplementary material).
De ISAR-PC heeft een scorebereik van 0 tot 7,5. Bij een score van ≥2 hebben ouderen een verhoogd risico op functieverlies. In de imputatiesets van het validatiecohort ligt de AUC- range van de ISAR-PC tussen 0,63 en 0,64. De kalibratie was goed. In het ontwikkelingscohort werd 40,6% van de deelnemende ouderen geclassificeerd als deel nemers met een verhoogd risico op functieverlies (tab. 2). Binnen deze groep was 29,3% van de personen met een verhoogd risico op functieverlies gebaseerd op leeftijd alleen. In het validatiecohort werd 33,8% van de deelnemende ouderen geclassificeerd als personen met een verhoogd risico op functieverlies (tab. 2).
Selectie op basis van alleen leeftijd
De AUC van het model op basis van alleen leeftijd van ≥75 jaar gaf een range tussen 0,56 en 0,59 in het ontwikkelingscohort en tussen 0,56 en 0,57 in het validatiecohort. In het validatiecohort werd 65,0% van de deelnemende ouderen geclassificeerd als personen met een verhoogd risico op functieverlies (tab. 2).
Interpretatie
In twee prospectieve cohorten hebben wij de ISAR-vragenlijst aangepast en gevalideerd om thuiswonende ouderen met een verhoogd risico op functieverlies te herkennen. De ISAR-PC bestaat uit drie variabelen: leeftijd, afhankelijkheid in IADL en geheugenproblemen. De discriminatie van de ISAR-PC is redelijk en de kalibratie goed.
De kans om (I)ADL-functieverlies te ontwikkelen in beide cohorten samen is 31%. De positief voorspellende waarde (PVW) van ISAR-PC ≥2 is 48% in het ontwikkelingscohort en 45% in het validatiecohort. De PVW van alleen leeftijd is 37%. De PVW van de ISAR-PC is hoger dan die van andere instrumenten om functieverlies te herkennen.12 Als de huisarts preventieve interventies wil starten bij een achterafkans op functieverlies van 50% dan helpt de ISAR-PC beter bij het herkennen van de ouderen met een verhoogd risico op functieverlies dan leeftijd alleen. Het bestaande instrumentarium is niet geschikt om de achterafkans naar een veel hoger niveau te tillen, bijvoorbeeld als de huisarts pas preventieve interventies zou willen overwegen bij een risico op functieverlies van 70% en hoger.
In beide cohorten heeft ISAR-PC een redelijk onderscheidend vermogen (discriminatie). Het discriminerend vermogen van diverse screeningsinstrumenten om ouderen met een verhoogd risico op functieverlies te herkennen ligt tussen 0,70 en 0,80 [12, 14, 29]. Gezien de grote individuele verschillen tussen thuiswonende ouderen, de relatief lange tijd waarin functieverlies ontstaat en het reversibele karakter van functieverlies lijkt het moeilijk om het discriminerend vermogen verder te verbeteren. Voor modellen van kwetsbaarheid die sterfte voorspellen zijn vergelijkbare resultaten beschreven.12‘29 Veel gebruikte predictiemodellen hebben dus op zijn best niet meer dan een redelijk discriminerend vermogen [26].1 Hun toepasbaarheid wordt gewogen tegen het belang van de uitkomst, hun validiteit en de bestaande alternatieven. Als de verschillen in discriminerend vermogen tussen verschillende predictiemodellen kleiner worden, komt er meer nadruk te liggen op het gebruiksgemak van het screeningsinstrument.26
Het gebruiksgemak van ISAR-PC is groot. Het is een eenvoudige korte vragenlijst die binnen drie minuten schriftelijk kan worden ingevuld door een oudere zelf of door een mantelzorger. De ISAR-PC is echter een predictiemodel dat toekomstig functieverlies voorspelt. Het is in verband daarmee belangrijk om huisartsen en verpleegkundigen vertrouwd te maken met de testeigenschappen van de ISAR-PC en de plaats en het gebruik ervan bij klinisch besluitvorming.
Ten slotte, zowel in onderzoek als in de dagelijkse praktijk vertegenwoordigen de non-respondenten een heterogene groep personen, van zeer fit tot zeer kwetsbaar. Hoewel de non-respondentenanalyse geen grote absolute verschillen vertoonde, hadden non-respondenten meer ADL-beperkingen en een lagere MMSE-score bij inclusie. In ons validatiecohort waren de redenen voor non-respons divers: geen ervaren gezondheidsproblemen (n=208, 18,1%), te ziek (n=128, 11,1%), niet geïnteresseerd (n=174, 15,1%), andere, niet nader gespecificeerde reden (n=206, 17,9%), of helemaal geen response (n=435, 37,8%) (fig. 1). Dat non-response kon berusten op ‘goede gezondheid’ of ‘te ziek’ illustreert de diversiteit binnen de non-respondenten. Deze variatie vormt een belangrijke reden voor een proactieve benadering van non-respondenten door de huisarts.
Beperkingen
Ons onderzoek heeft enkele beperkingen. Ten eerste, 19% van de deelnemende ouderen in beide cohorten had geen vervolgmeting na twaalf maanden. Dit zou de resultaten kunnen beïnvloeden omdat ouderen die voortijdig uitvielen waren geassocieerd met hogere scores in (I)ADL-functioneren bij aanvang van het onderzoek. Selectieve uitval is een veel voorkomend probleem in onderzoek bij oudere deelnemers. 30Om de gevolgen van selectieve uitval te beperken hebben we de ontbrekende gegevens multipel geïmputeerd.26 Een tweede beperking is, dat de ISAR-vragen gebruikt zijn op basis van enkelvoudige vertaling en dus niet pas na controle van de terugvertaling. Tot slot konden we de testeigenschappen van de ISAR-PC niet vergelijken tussen ouderen met en zonder dementie, omdat deze voorafgaand aan de studie door de huisarts werden geëxcludeerd.
Conclusie
De ISAR-PC is een gevalideerd, eenvoudig en praktisch instrument om ouderen met een verhoogd risico op functieverlies te herkennen in een eerstelijnspopulatie, en kan toegepast worden als efficiënte eerste stap in een strategie ten behoeve van preventie van functieverlies bij hoog-risico ouderen met meerdere geriatrische problemen.
Dankwoord
Wij danken de huisartsen en verpleegkundigen die betrokken waren bij het onderzoek. M. Hoogerheide, P. Wempe, L. Timmer, K. van der Plas, K. Kanters, J. de Graaff, B. Schut, F. Overmaat, V. Karlas, M. ten Kate en de huisartsen van HZNK die deelnamen aan het onderzoek. Wij bedanken de ouderen die het onderzoek monitoren; mw. A. Cornelis, mw. K. Bergmans, mw. J. van Diepen, mw. R. van Delden, dhr. W. van Lint, Mw. D. van Lint, Mw. W. Keman, mw. H. Herpers. Wij danken de onderzoeksverpleegkundige J. de Koning-Popma. Wij danken Huisartsen Kring Amsterdam, Huisartsen zorg Noord-Kennemer land (HZNK), P. Witteman, en M. van Moorst voor hun ondersteuning
Onderzoeksfinanciering werd verkregen uit het Nationaal Programma Ouderen van ZonMw nr.313020201