Samenvatting

Mensen met een dementie van het Alzheimertype nemen dezelfde beslissingen als mensen zonder cognitieve stoornis in situaties waarin zij een ander kunnen begunstigen.


1838 Weergaven
3 Downloads
Lees verder

Bosch-Domènech, A., Nagel, R.,& Sánchez-Andrés, J. V. (2010). Prosocial capabilities in Alzheimer’s patients. Journal of Gerontology: Social Sciences, 65B, 119–128.

Conclusie van het artikel

Mensen met een dementie van het Alzheimertype nemen dezelfde beslissingen als mensen zonder cognitieve stoornis in situaties waarin zijeen ander kunnen begunstigen.

Bespreking van de studie

Aan een economische faculteit in Barcelona werden individuele verschillen in altruïstisch gedrag onderzocht met behulp van een zogenoemd ‘dictatorspel’. Hierbij ontvangt ieder van een groepje spelers tien munten van één euro.Het hele bedrag mogen de deelnemers in principe voor zichzelf houden. De spelers moeten zich echter voorstellen dat in een andere kamer, onzichtbaar voor hen, een ander zit aan wie zij het geld of een deel ervan kunnen doneren door dat in een enveloppe te doen. Elke speler is echter volkomen vrij omte beslissen of hij iets wil geven, en zo ja, hoeveel.De spelers kunnen elkaar niet zien, zij zitten aan tafeltjes die met schotten van elkaar gescheiden zijn. Niemand zal te weten komen wat een individuele speler eventueel voor zichzelf hield of heeft weggegeven.

Deelnemers

Aan het onderzoek namen drie groepen deel, 23 deelnemers in het beginstadium van de ziekte van Alzheimer, 15 met een lichte cognitieve stoornis en 25 van dezelfde leeftijd zonder cognitieve beperkingen.De gemiddelde leeftijd was 73 jaar, 44% was vrouw.Gelet op opleidingsniveau en beroep ging het om een doorsnee van de bevolking.

Opzet

Er waren drie experimentele condities waarin alle deelnemers participeerden. In de eerste variant konden de deelnemers geld dat zij niet voor zichzelf wilden houden, doneren aan een volslagen onbekende. In de tweede variant kreeg elke deelnemer opnieuw tien euromunten,maar werden zij voordat zij beslisten tot doneren, eerst kort voorgesteld aan een verder anonieme begunstigde. In de derde variant mochten de deelnemers het beschikbare geld of een deel daarvan schenken aan een bepaald goed doel, in dit geval het internationale Rode Kruis.

Resultaten

Er waren tussen de deelnemers duidelijke verschillen in vrijgevigheid. Ruim een kwart gaf alles weg. Bijna de helft gaf vijf euro weg en hield de rest zelf. Een paar deelnemers gaven niets of slechts een klein bedrag. Er was echter geen verschil tussen de drie groepen, gemiddeld gaven de deelnemers 6,50 euro weg, ongeacht de diagnose. De korte introductie van een naamloze begunstiger (maar nu wel een van vlees en bloed) had geen enkele invloed op de gemiddelde vrijgevigheid, 6,50 euro gemiddeld, en dat onverschillig de diagnose van de deelnemer. Voor het Rode Kruis schoten de bijdragen echter omhoog, naar gemiddeld ruim acht euro,maar opnieuw zonder enig verschil tussen de bedragen die gemiddeld door mensen met alzheimer en de andere deelnemers geschonken werden.

Commentaar

Deelnemers met de ziekte van Alzheimer waren goed in staat om voor zichzelf af te wegen en te waarderen dat een gift aan een goed doel van een andere orde van grootte mag zijn dan een donatie aan een willekeurige onbekende. Voor zover herinneringen aan wat men vroeger gewend was te doen hierbij een rol spelen, laten de resultaten van het onderzoek zien dat deze vorm van geheugen bij alzheimer langer behouden blijft dan het geheugen aan recente gebeurtenissen. In de eerste fase van de ziekte van Alzheimer blijven mensen de persoonlijke waarde ervaren van beslissingen die niet direct in het eigen belang zijn of die, op een indirecte manier, het zelfgevoel versterken, doordat de beslissing of keuze waardevol is vanwege het altruïsme, de rechtvaardigheid of de wederkerigheid die er direct mee samenhangt. Dit ondanks aanwijzingen bij allerlei tests dat er tegelijkertijd wel degelijk mentale veranderingen optreden die het nemen van beslissingen niet gemakkelijker maken, zoals een snel overbelaste aandacht, verlies van informatie uit het werkgeheugen en moeite om irrelevante of onbruikbare informatie te negeren.